Wanneer bij ons in de ochtend de alarmen af gaan, wanneer bij ons de lichten aan gaan, wanneer bij ons het leven weer begint, staat het bij hem weer even stil. De lege plek naast hem wordt gevuld door het geluid van haar stem. Met zijn ogen dicht luistert hij graag naar hoe ze hem wakker roept. Hij wordt wakker, dat is waar het leven voor hem weer op gang komt. Hij luistert niet meer graag naar hoe ze hem wakker roept. De moeite die het kost, de pijn die het doet, de tranen die het levert, dit is zijn leven nu.
De lege stoel, het stille huis... De leegte die gevuld wordt door enkel en alleen verdriet. Verdriet en misschien een beetje trots, trots op zijn leven met haar. Trots op zijn herinnering van haar. Herinneringen van de tijd waarin de lucht gevuld werd met grapjes, waarin de leegte nooit aanwezig was en waarin het wakker worden naast die vertrouwde ogen een gewoonte was.
Geen dag hetzelfde, alleen het gemist is constant.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten